Archief

Charles Veg | 19 februari 2012 |  > |
TAGS: Recensies |

Best of the best

In het redactioneel commentaar van een groot Duits audioblad werd onlangs vol trots vermeld dat in het blad in 2011 bijna 300 componenten waren gerecenseerd. Al die componenten zijn “eingestuft” in een zogenaamde Bestenliste . Zowel het grote aantal recensies als die indeling in een Bestenliste roept vragen op.

Bijna 300 recensies per jaar betekent ongeveer 25 op maandbasis. Dat roept als eerste vraag op hoeveel tijd een recensent ongeveer nodig heeft om zo’n component te “testen”. Wat mezelf betreft vind ik het woord testen eigenlijk al een oneigenlijke term want wat ik beoog is een deugdelijke beschrijving te geven van een aantal (klankmatige) eigenschappen van een component en dat met alle beperkingen vandien, zoals de plaatselijke akoustiek en de randapparatuur die ik in bezit heb. Daarbij is persoonlijke smaak lastig helemaal uit te sluiten. Dit alles om de lezer te helpen bij het maken van keuzes. Want laat het duidelijk zijn: alleen de kopers kunnen beslissen wat een juiste aankoop is voor hen of niet.

Als ik bijvoorbeeld een luidspreker test ben ik daar minstens (!) twee weekenden en de dagen ertussen mee bezig. Het eerste weekend heb je alleen al nodig om de juiste opstelling van de luidsprekers te vinden in de luisterruimte. Luidsprekers zijn uitermate gevoelig voor plaatsing en je kunt zeker niet uitgaan van dezelfde opstelling als die van het “referentiepaar”. De dagen die erop volgen begint het wennen aan de luidspreker en de eventuele finetuning. Daarna kan wat meer ontspannen geluisterd gaan worden, voordat conclusies worden getrokken. Het is dan verstandig tenminste de eigen referentie nog eens te beluisteren voordat de bevindingen definitief op papier worden gezet.

Ja maar, zullen sommige lezers denken, die Duitsers doen dat veel handiger dan jij want die testen 6 paar luidsprekers gelijk (ins “Labor”) . Ik weet niet precies hoe ze dat doen maar voor elk paar zou voor beluistering tenminste de juiste opstelling in de ruimte gezocht moeten worden en bij het luisteren zouden de andere luidsprekers uit de ruimte verwijderd moeten worden. Je luistert immers niet alleen naar de luidspreker die speelt maar ook naar die luidsprekers die niet aangesloten in de ruimte staan, want die trillen mee. Veel van de tijd die ik eraan besteed zullen de “supertester” ook eraan moeten besteden. Mijn voordeel is daarbij dat ik in een thuissituatie luister, akoestiek en randapparatuur ken ik uit den treure.

Overigens luister ik voor mijn plezier en niet voor mijn beroep. Als er een leuke SF film op TV is sla ik het luisteren gewoon een avondje over.

Andere lezers zullen zeggen dat het “testen” bij luidsprekers inderdaad tijdrovend is , maar dat dit bij andere componenten wel meevalt. Zo kan je twee CD spelers makkelijk A/B overschakelen. Dit laatste is een misverstand. CD spelers hebben vaak een andere uitgangsspanning. Een speler met een hogere uitgangsspanning zal luider klinken dan een speler met een lagere uitgangsspanning. Luider zal over het algemeen geïnterpreteerd worden als beter. De uitkomst van zo’n directe vergelijking is weinig zinvol temeer omdat het gelijktrekken van de spanning praktisch door iemand zelf niet te doen is. Het testen van CD spelers zal daarom als je het goed doet juist tijdrovend zijn.

Overigens denk ik dat het “testen” van draaitafels minstens zo tijdrovend is als het “testen” van luidsprekers of CD spelers. Een draaitafel is een stukje fijnmechaniek dat zijn weerga niet kent. Een extreem voorbeeld daarvan is de "La Luce" van de Nederlandse Judith Spotheim-Koreneeff ziet u op deze foto.   (website www.spj-laluce.com). Een draaitafel zal eerst moeten stabiliseren in de ruimte en de instellingen zullen zeker nog een keer goed moeten worden nagelopen alvorens intensief luisteren zinvol is.

Wat die “Bestenliste” zelf betreft moge op grond van bovenstaande duidelijk zijn dat ik dit als een stukje schijnwetenschap beschouw en eigenlijk ook wel als typisch Duits (is het niet ingedeeld dan kan het niet goed zijn). Neem nu bijvoorbeeld de Wilson Alexandria die in zo’n Duits blad in de Superspitzenklasse wordt geplaatst. Nog even los van de WAF (woman acceptance factor) is het maar de vraag of je dat laag in een normale Nederlandse huiskamer wel kwijt kan.

In de praktijk zijn veel audiofielen met een afstammeling van een BBC monitor waarschijnlijk veel beter af.

 

Ook bij draaitafels zitten zoveel variabelen dat je zeer terughoudend moet zijn om de een als veel beter te beschrijven dan de ander. Zeker in het hogere segment zal het karakter bij wisseling van arm of element totaal veranderen.

Kortom van mij maar ook van Puresound kunt u in 2012 geen 300 testen op jaarbasis verwachten die keurig zijn ingedeeld in een Bestenliste. Wat u wel kunt verwachten is een deugdelijke beschrijving van componenten die u helpt om die componenten te kopen die horen tot uw Best of the best.