Archief
Micromega MyDac: Het slimste jongetje van de klas
Wie kan zich de tijd nog herinneren dat een losse digitaal-naar-analoog-converter mateloos populair was om CD-spelers te upgraden? Daarna maakte de losse DAC een vrije val en werd ineens niet meer gewaardeerd. Tot het moment dat het afspelen van muziek vanaf een computer of centrale harde schijf begon op te komen en CD-loopwerken niet langer noodzakelijk waren. De DAC maakt opnieuw furore en elke fabrikant wil daar graag een graantje van meepikken. Niet in de laatste plaats Micromega, een Frans bedrijf dat al vele jaren actief is in digitale audio en zijn sporen heeft verdiend. Echter, hoe kiest men aan een boom zo vol geladen met pruimen, sorry DAC’s, het juiste apparaat en wat gaat het kosten? Een vraag die ik ook niet even snel kan beantwoorden. Wel heb ik in de MyDac een snoepje gevonden dat ik graag aan u voorstel.
Met een winkelprijs van 299 Euro is de MyDac gepositioneerd in een segment met veel concurrentie. Dus moet de MyDac wel iets in huis hebben om zich te onderscheiden. Dat “iets” is niet direct te zien aan de ABS behuizing; wel vinden we het aan de binnenkant of kunnen we het beluisteren. Eerst maar een stukje techniek. In de behuizing vinden we twee hoogfrequent schakelende voedingen, één voeding voor het digitale deel en één aparte voeding voor het analoge gedeelte. De interne voeding voorkomt de noodzaak van die afschuwelijke muurpluggen. De MyDac is Eco vriendelijk met een maximaal verbruik van 2,5 Watt als hij in bedrijf is en een standby verbruik van 100 mW. Nooit uitzetten dus. We vinden aan de achterkant drie ingangen, allemaal geschikt voor 24bit signalen met een samplefrequentie van maximaal 192kHz. Optisch, S/PDIF via cinch en USB. De USB-ingang is naar de laatste mode asynchroon en ondersteunt zowel USB 1.0 als 2.0. Voor de Apple-gebruikers is geen driver nodig, Windows-gebruikers kunnen tot 96 kHz direct werken, daarboven moet men een driver downloaden en installeren, die op de Micromega-website te vinden is. Via een Wolfson receiver blijft de jitter onder de 50 picoseconden aan de ingangen. Daarachter treffen we een Cirrus Logic C4351 D/A converter chip, met één separate klok voor 44.1 kHz samples en één voor 48 kHz samples (en hun meervouden). Slim, want dan hoeven er geen absurde delingen plaats te vinden op het kloksignaal. De uitgang is de gebruikelijke 2 Volt, met een inwendige impedantie van 600 Ohm. Een wat langere kabel naar de versterker is dus geen probleem. Zoals opgemerkt is de kast gemaakt uit slagvaste witte of zwarte ABS, niet zozeer om geld uit te sparen, maar om de compacte schakeling te vrijwaren van de elektrische invloeden van een metalen kast. Het ding meet maar 140 x 150 x 35 mm en weegt een luttele 300 gram. Oh ja, voordat ik het vergeet, de ingangen worden gekozen met een luxe draaischakelaar op de voorzijde. LED’s geven aan of er spanning aanwezig is en of het signaal wordt gelocked. Vervelend is wel dat als het signaal wegvalt, de LED van de betreffende ingang niet uit gaat maar staat te knipperen. Dit kan heel irritant zijn. De knipperende LED heeft een hoge attentiewaarde, maar ik laat een DAC graag permanent aanstaan, zonder ook bronnen te hoeven aanzetten.
Een DAC van 299 Euro zet je niet in een set van duizenden Euro’s. Of wel? Ik deed het gewoon en haalde mijn signaal via S/PDIF uit een Logitech Squeezebox Touch met daarachter een NAS, of uit een dedicated streamer-PC met USB-uitgang waar Windows op draait in combinatie met JRiver software. Op die PC zit al een M2Tech interface, de Micromega USB-driver komt daar dus bij. Bovendien zet ik de MyDac soms achter de M2Tech, voor gebruik met S/PDIF. Meer passend qua prijsniveau is een tweede set met daarin een Naim UnitiQute, waarvan ik de analoge ingang kan gebruiken om de DAC aan te sluiten en waarvoor ik opnieuw signaal betrek via een Logitech Squeezebox, dit keer een Duet. Andere ruimte, eenvoudiger luidsprekers (PMC Twenty.23). Ik heb er wel voor gezorgd dat de DAC ruim te tijd heeft gekregen om in te spelen, zodat de condensatoren zich kunnen zetten. Koud uit de doos spelen vele apparaten nu eenmaal niet optimaal. Een weekje de tijd geven kan geen kwaad, voordat u serieus gaat luisteren.
Laat ik beginnen met de kleinere set. Het is heel gemakkelijk om tussen de interne converter van de Naim en de MyDac te schakelen. Muziek haal ik via een vaste ethernetverbinding van één en dezelfde NAS. De files zijn geripte CD’s of high resolution opnames in FLAC tot 192 kHz of in ALAC tot 96 kHz. De Naim speelt die formaten native af, de Logitech Duet maakt er maximaal 48 kHz van. Daarmee is de MyDac in het nadeel als het gaat om HighRes-bestanden. Vergelijken valt trouwens niet mee: waar het ene apparaat excellent is, blijft de ander iets achter. Dat wisselt per eigenschap en geeft mij het gevoel appels met peren te vergelijken. In grote lijnen mag je stellen dat in de twee oplossingen de MyDac de betere is. Met daarbij de gedachte dat de MyDac bovendien in het nadeel is vanwege een extra interlink en de samplerate-conversie door de Logitech. Draaide ik vanmorgen Adele nog via de Naim en vond ik dat je weinig van de zaal, de akoestiek en de afmetingen kon beluisteren, dat is nu toch heel anders. Open gaat de ruimte en afstand tussen Adele en haar publiek neemt in ruime mate toe. Voor de rest is de muziek nog net zo lekker. Idem met Jacintha en haar Summertime. Veel groter stereobeeld. Wel is de stem meer hees en ik vraag mij af in hoeverre dat een vorm van kleuring is. Eveneens opvallend is dat het donkere karakter van de Naim wordt gecompenseerd en nu ineens veel minder in het laag staat te drukken. Mor Karbasi met La Hija De La Primavera gaat ver in de breedte, zodat de luidsprekerpositie lastig te bepalen is (een goede zaak, want je wilt muziek en geen speakers horen) en maakt een levendige indruk. Als ik over ga op klassiek en de Vier Jaargetijden van Vivaldi draai, staan instrumenten goed separaat van elkaar. De lagere tonen blijven krachtig zonder te overweldigen. Viool is tegen de rand van “iets te helder”, daar mag een streepje af voor mijn smaak. Het timbre is naar wens en de vurigheid die Jansen in haar spel legt blijft 100% behouden. Heel subtiele stukken houden hun impact en verdwijnen niet als oninteressante delen naar de achtergrond. Tevredenheid alom, mag ik wel stellen. Nog even voor eigen plezier Melody Gardot met haar CD My One And Only Thrill. Heerlijk hoe zij zingt If The Stars Were Mine. Goed los van de band, impact in de stem, groot stereobeeld en alles op de juiste hoogte geplaatst. De Micromega MyDac en ondergetekende beginnen een bijzondere relatie op te bouwen. Ok, nog eentje, Ray Charles in duet met Natalie Cole op Fever. Zonder de MyDac is Natalie veel te lief en te bescheiden, maar draai haar nu nog een keer en ze bijt. Ze is Charles de baas, daagt hem uit, plaagt, port en levert kritiek. Gewoon zo als Fever behoort te zijn. Ga ik echter terug naar de Naim standalone, tja dat is ook mooi, anders maar mooi. Natalie is wel ineens een stuk minder agressief. Wonderlijk hoe de overdracht van emotie afhankelijk is van de hardware waarmee de set is opgezet.
In de huiskamer ga ik de MyDac liever niet beschrijven in vergelijking met een Esoteric DAC, domweg omdat de MyDac dan toch verliest. Beter is het, de MyDac op eigen merites te beoordelen via zowel de S/PDIF-ingang als de USB-poort. Zonder de speciale driver vind ik de weergave aan de kale kant. Stemmen hebben wat weinig body. Met de speciale Micromega driver gaat de weergavekwaliteit omhoog. Toch prefereer ik de oplossing met de M2Tech interface aan een USB-poort en vervolgens met een coaxiale digitale kabel naar de MyDac. Wat duurder, maar met als beloning een prettiger en vollere weergave. Het stereobeeld blijft in beide gevallen binnen de speakers gepositioneerd en is aan de platte kant. In de Naim/PMC opstelling gaat dat een heel stuk beter. Eigenlijk is de grote set gewoon een stapje te ver voor de Micromega, al is de weergave zeker aangenaam en komen de goede eigenschappen van de MyDac naar voren. Om u een idee van de opstelling te geven, het is een Esoteric D-07 D/A-converter die met Yter gebalanceerde kabels is aangesloten op een Audia Flight Strumento No. 1 voorversterker. Daar staat de MyDac tegen op te boxen. De interconnect tussen de MyDac en de versterker kost al een veelvoud van de prijs van het DACje zelf.
De door The Absolute Sound gebruikte kwalificatie, dat de Micromega MyDac geplaatst mag worden in de categorie D/A converters tot 2000 dollar, vind ik zelf wat erg ver gaan. Een BigMac zal ook nooit een kogelbiefstuk worden. Maar een BigMac is op zijn tijd wel erg lekker. Zo is het ook met de MyDac van Micromega. Het is een geweldig fijn apparaat dat inderdaad dik boven de prijs presteert, superzuinig is met energie en mede dankzij de interne voeding lekker compact blijft. In de wereld van de DAC’s lijken we steeds verder te kunnen gaan, terwijl de prijs afneemt. Micromega is gewoon zo slim geweest om moderne technieken als SMT toe te passen, met hoogfrequent schakelende voedingen en dat op een printplaat die draad overbodig maakt. Daardoor kunnen ze goedkoop produceren in grote aantallen en dat drukt de prijs naar beneden. De MyDac heeft aangename weergavekwaliteiten en weet de luisteraar uren achtereen geboeid te houden aan zijn of haar muziek. Hij werkt probleemloos, pakt het digitale signaal aan de ingang feilloos op en bromt, ruist, piept of kraakt niet. Tel al die eigenschappen bij elkaar op, plaats de MyDac in een omgeving/set waar hij hoort te staan en zie, Micromega heeft een winnaar in handen. Met zijn drie ingangen die zo’n hoge samplerate aankunnen, verslaat hij bovendien veel van de concurrenten. Dat maakt hem nog eens extra begeerlijk.
Fabrikant: www.micromega-hifi.com
Importeur: www.durob.nl