Charles Veg | 09 maart 2014 |  <   > |
TAGS: Recensies |

Restauratie en reparatie audiocomponenten

Mensen die, net als ik, niet alleen bezig zijn met naar muziek luisteren, maar ook proberen die muziek zo goed mogelijk thuis af te spelen krijgen wel eens het verwijt, dat ze voortdurend bezig zijn met het inruilen van apparatuur. Mijn ervaring is, dat dit wel erg meevalt.

Zo zie ik bijvoorbeeld op beurzen vaak audioliefhebbers die juist gericht op zoek zijn naar het verbeteren van hun bestaande apparatuur. Zaken waar men tevreden mee is, worden vaak lang gekoesterd: voor de ene is dat een klassieke buizenversterker en voor de ander is dat een paar luidsprekers.

Zelf behoor ik ook tot deze groep mensen. Ik kan me nog voorstellen dat er naast de Oracle mark V draaitafel en de gereviseerde Thorens 160 draaitafel nog wel eens mooi massaloopwerk bij komt. Deze draaitafels verkoop ik verder nooit meer. Niets is eeuwig, maar met professioneel onderhoud kunnen de kleinkinderen ook nog van de fraaie apparatuur genieten. 

Nu zal elk bedrijf dat op de markt is, beweren dat ze dit professioneel onderhoud leveren. De vraag is echter of ze dit altijd echt kunnen waarmaken. 

Revisie Quad 303

Ik ben een liefhebber van klassieke Britse audio apparatuur. Quad is zo´n merk met een roemruchte geschiedenis. Wie kent niet de bekende Quad elektrostaten en buizenversterkers van begin jaren 50 van de vorige eeuw. Het duurde even voor Quad overging op transistorversterkers, maar de Quad 33 voorversterker en de Quad 303 eindversterker, die in 1967 op de markt zijn gebracht, waren grote successen. Mijn voormalige buurman had deze set, waar ik altijd met bewondering naar heb gekeken. Ik nam mezelf in die tijd kwalijk een Japanner te hebben gekocht. Toen ik bij Hobo hifi in Arnhem een jaar of 10 geleden een inruilset zag staan heb ik hem gelijk maar meegenomen. Die set heb ik kort daarna naar een indertijd zeer gerenommeerd bedrijf gestuurd voor een service beurt. Daarna heeft mijn zoon hem jaren gebruikt. Om een lang verhaal kort te vertellen: zoon ging het huis uit, maar de Quad kreeg hij niet mee en wij zijn verhuisd met de Quad. De nieuwe zolderruimte heb ik geclaimd omdat hij zeer geschikt is als audioruimte. De voorlopige planning is om daar een vintage set te plaatsen en daar heb ik genoeg apparatuur voor waaronder een gerestaureerde Revox A 77 bandrecorder en Thorens 160.1 draaitafel met Denon 160 element. 

De inzichten over de Quad 33/303 zijn inmiddels veranderd. Sinds 1967 is er namelijk heel wat gebeurd op het gebied van de ontwikkeling van componenten. Het gaat dan niet alleen om hogere toleranties en betere matching, maar ook om de maatvoering. Peter Walker had indertijd een veel betere versterker kunnen produceren als het niet allemaal in twee kleine kastjes had moeten passen. Een hobbyist met veel technische kennis op wetenschappelijk niveau besloot daarom een aantal jaren geleden de 33/303 combinatie opnieuw door te rekenen en kwam met een aantal gerichte modificatievoorstellen (zie http://www.opusklassiek.nl/audio/audio-rj/quadrenovatie.htm).

Ik ken nogal wat deskundigen in de audiowereld en een ervan was bereid voor mij de 303 eindversterker op deze manier te modificeren. Na een kijkoperatie bleek echter dat er voorheen al een reparatie was uitgevoerd. Dat was niet goed gebeurd. Er bleken een aantal transistors vervangen te zijn door verkeerde types. Van die nieuwe transistors bleek de maximaal toelaatbare collector-emitterspanning namelijk veel te laag. Dat gaat alleen goed als je de versterker niet hoger uitstuurt dan tot 70 % van de maximale spanning. Ergo de Quad was in het verleden hersteld met foutieve componenten en bij de grote beurt door het gerenommeerd bedrijf werd dat niet geconstateerd/gemeld. Inmiddels is de Quad 303 eindversterker weer in topconditie en presteert beter dan ooit. Ik wilde dat ik zelf zo´n modificatie kon ondergaan! Op dit moment wordt de Quad 33 voorversterker op vergelijkbare wijze gerestaureerd. Voor alle zekerheid gaat de FM 3 tuner mee zodat de klassieke set weer helemaal op orde is. 

Conrad Johnson reparatie

Zoals u wellicht weet behoort een Conrad Johnson 17 LS voorversterker en 11 A eindversterker tot mijn referentie set. Conrad Johnson is een kleine Amerikaanse versterkerproducent die op kleine schaal werkelijk voortreffelijke producten maakt. Volgens mij is het merk alleen bij de hifi winkel in Beek bij Nijmegen te koop, op een steenworp afstand van mijn huis.

In de 14 jaar dat ik deze versterker combinatie heb, heb ik op iets simpels na en het vervangen van buizen nooit problemen gehad. Bij het reviewen van de Einstein phonotrap en het Zyx element hoorde ik echter af en toe een kraak in een kanaal. Nu is kraken bij een buizenversterker eigenlijk altijd een kapotte buis. Het eerste wat men dan doet is het omzetten van de buizen wat meestal leidt tot verplaatsing van het probleem naar het andere kanaal. De versterker ging vervolgens terug naar de importeur die de reparaties van de door hem geïmporteerde producten altijd in eigen beheer doet. Dit heeft het voordeel dat je van te voren weet dat de technicus niet alleen verstand van zaken heeft, maar ook kennis van en ervaring met het merk. Daarbij zal hij, met originele onderdelen werken dan wel met goedgekeurde vervangers en bij specifieke problemen contact opnemen met de fabrikant. Na het doormeten van de voorversterker en de buizen kon hij echter niets vinden. Standaardprocedure is dan om te buizen te vervangen en een duurtest te doen. Het probleem bleek opgelost te zijn. Nu had ik de buizen een paar jaar geleden vervangen en ik vermoed dat ik een slechte set buizen heb gehad van Elektro Harmonix. Zouden de eerste “goldpins” slechter van kwaliteit zijn geweest? 

De rekening vond ik inclusief vervoer en nieuwe buizen wel meevallen: iets meer dan 200 euro.

Benz Ruby L en van de Hul  

Tijdens het review van het Zyx element kwam ik tot de conclusie dat mijn Benz Ruby L aan het verslijten was. Na zoveel trouwe jaren spelen leek me een retip op zijn plaats. Dat is een erg dure grap als men het door Benz zelf laat doen. Zo duur dat inruil voor een nieuwe Benz voor de hand ligt als je het statiegeld voor het oude exemplaar meerekent. Ik heb verschillende Benz elementen gehad en de volgende keer wil ik eens wat anders. Met het geld heb ik nu wat andere plannen en daarom op internet gezocht naar de mogelijkheden van een  retip in het buitenland en verschillende offertes gevraagd. Dit is goedkoper dan een nieuw element, maar toch stevig aan de prijs. Wat ik er eigenlijk tegen had was dat de retip vaak plaatsvindt door het afknippen van de cantilever en het erop schuiven van een buisje met een nieuwe cantilever. Als u precies wilt weten hoe dat in zijn werk gaat, kijk dan naar uw verwarmingsbuizen want het is hetzelfde principe.

Ik heb zo mijn reserves bij deze methode en heb het daar bij het ophalen van de review exemplaren van het Zyx element en Einstein phonotrap over gehad met Marco de Wilde van Music2 ( http://www.music2.nl ). Zijn antwoord was kort en krachtig, met een verwijzing naar de grandmaster van het analoge gedachtengoed, namelijk Aalt Jouk van de Hul. Als bij de retip het vervangen van de diamant alleen niet mogelijk is, vervangt hij ook de cantilever eventueel in combinatie met de demper. Dat kost bij elkaar 435 euro meen ik, maar dan krijg je wel de beroemde van de Hul tip/naald erbij. Ik heb Marco vervolgens de Benz  meegegeven.


(Links Aalt Jouk van den Hul)

Om ook hier een lang verhaal kort te maken, ik kreeg het element terug voor een bedrag wat beduidend lager was dan van een retip. Niets naald gesleten, het was na al die jaren nog prima in orde. Wat van de Hul gedaan had was het element schoon maken. Een audiovriend had hem dit wel eens zien doen met een soort van kneedbal waarmee onder meer metaaldeeltjes uit het binnenleven worden verwijderd. Niet onlogisch want er zit natuurlijk een stevige magneet in dat element wat alles waar metaal in zit aantrekt. Na het schoonmaken is het element thuis geïnstalleerd door een specialist van Music 2 (http://www.music2.nl/draaitafelservice.html). Het grote voordeel van deze service is, dat element en draaitafel niet ontregeld worden door het vervoer in de auto. Zeker bij een element en draaitafel in de hogere prijsklasse is dat zeer aan te raden. Mijn draaitafel komt alleen bij behangen van zijn plaats en dat gebeurt gelukkig niet vaak.

Het resultaat was werkelijk verbluffend en het leek wel of ik een nieuw element had. Of de Benz beter klinkt dan toen hij nieuw was durf ik niet met stelligheid te beweren want het auditief geheugen is natuurlijk beperkt. Wat ik wel durf te beweren is dat voordat u een nieuw topklasse element koopt het zeker te overwegen valt het oude eerst naar van de Hul te sturen. Wilt u zo nodig toch een nieuw element, dan kunt u na revisie door van de Hul het oude en nieuwe element beter vergelijken en heeft u een fraai reserve element voor de reserve draaitafel. Ik moest het in de tussentijd doen met een Thorens 160 uit 1972, gereviseerd door Hanze hifi met Denon 160 element en dat was trouwens geen straf. 

http://www.puresound.be/recensies/archive/2013/februari/article/thorens-160-modificaties-hanze-hifi/?tx_ttnews%5Bday%5D=12&cHash=25b9c22b72416698294832807de864ac 

Jaap Pees van Hanze HiFi is trouwens ook een kei met oude draaitafels.

Moraal van dit verhaal

Moraal van het verhaal is, dat als u apparatuur laat restaureren, reviseren of modificeren u iemand zoekt die daarin daadwerkelijk gespecialiseerd is en zich heeft bewezen. In die zin heb ik respect voor importeur Durob die ook altijd zoekt naar lange termijn relaties met fabrikanten en het leveren van kwaliteitsproducten. Music 2 lijkt diezelfde kant op te gaan. Het zijn de bedrijven die de audio wereld een goede naam geven. 

Verder heb ik alle respect voor Aalt Jouk van de Hul. Wat een kennis zit er in die man en wat een gedrevenheid. Daarbij is hij nog eerlijk ook, want als hij had gezegd dat een nieuwe cantilever en demper nodig waren geweest, had ik het gelijk geloofd en was dan beduidend meer geld kwijt geweest. Ik heb nog een nagenoeg nieuw Denon 304 element dat ik in een beschonken bui heb gemolesteerd. Deze gaat ook een keer naar Aalt Jouk. Leuk voor een draaitafel op zolder!

Het modificeren van vintage apparatuur vergt natuurlijk weer heel wat andere kennis. Als men daar mee aan de gang gaat, dan zal de reparateur toch iets meer moeten inbrengen dan gemiddeld. Hij moet in staat zijn om de effecten van bepaalde moderne componenten door te rekenen. Originele onderdelen zijn vaak niet meer of zeer moeilijk te verkrijgen en het is zaak het werk goed uit te voeren. Het vervangen van transistors door exemplaren die daar niet geschikt voor zijn, is beunhazerij en is altijd te duur betaald. 

Wordt ongetwijfeld vervolgd …